Songstructuren: geef vorm aan je volgende hit!

Musicmaker artikel

Oorspronkelijk verschenen in Musicmaker #445:

Songstructuren

Wie zelf wel eens geprobeerd heeft een liedje te schrijven, is naast de melodie, de tekst en het ritme, bewust of onbewust ook bezig geweest met de vorm van het muziekstuk. Hoe vaak wissel je een couplet af met het refrein bijvoorbeeld. En kies je er voor een brug in het midden of toch niet. In de muziektheorie wordt dit aspect vormleer genoemd. Oftewel de muzikale vorm en structuur van een compositie binnen een specifieke muziekstijl. Er bestaan talloze variaties, simpele en zeer gecompliceerde, maar binnen de popmuziek zijn er een aantal standaardvormen die opvallend vaak gebruikt worden. Laten we er eens een paar nader bekijken.

 

Couplet/refrein

Wellicht de meest voorkomende compositievorm op dit moment is de couplet/refrein-vorm. In pop en rock muziek zit er eigenlijk altijd wel een couplet en een refrein in een nummer. Het verschil tussen deze secties is dat als het couplet vaker voorkomt in een nummer, de muziek hetzelfde blijft maar de liedtekst telkens verandert. In tegenstelling tot het refrein waarbij normaal gesproken zowel de muziek als de tekst hetzelfde blijft. Vaak maakt men dan ook nog gebruik van een tussenstuk dat we de brug noemen. De brug heeft als functie een melodisch of harmonisch contrast te veroorzaken met de voorgaande secties en zodoende een spanning op te bouwen. In de meeste gevallen is een lied in couplet/refrein-vorm als volgt opgebouwd:
* Fig 1

Couplet

Refrein

Couplet

Refrein

Brug

Refrein

De laatste decennia wint deze compositievorm enorm aan populariteit. Niet voor niets vragen ze tijdens audities van zangprogramma’s zoals The Voice of Idols om even een coupletje en een refreintje voor te zingen. Om maar een paar bekende voorbeelden in deze vorm te noemen:

No Doubt – Don’t Speak

Red Hot Chili Peppers – Dani California

Katy Perry – I Kissed a Girl

Cancel Your Weekend – Closer

Go Back to the Zoo – Electric

Men kan er dan ook nog voor kiezen om een pre-refrein toe te voegen als korte opmaat naar het refrein. En om het helemaal af te maken kan er aan het einde nog een zogenaamde coda toegevoegd worden. Vernoemd naar het Italiaanse woord voor staart, oftewel een variatie om het einde van de compositie aan te duiden.

 

AABA
Aan het begin van de twintigste eeuw, tijdens het ontstaan van de popmuziek, maakte men in Tin Pan Alley in New York graag gebruik van de vaste compositievorm die we kennen als de AABA-vorm. Tegenwoordig is deze beter bekend als de 32-bar vorm (oftewel 32 maten) . Bij deze compositievorm worden de A-secties van elk 8 maten afgewisseld met een B-sectie als brug, ook wel de middle eight genoemd.

* Fig 2

De AABA vorm, beter bekend als de 32-bar vorm.

  • A (couplet) – 8 maten
  • A (couplet) – 8 maten
  • B (brug) – 8 maten
  • A (couplet) – 8 maten

Veel van de vroege Amerikaanse popmuziek uit de eerste helft van de twintigste eeuw is in AABA-vorm gecomponeerd. Enkele bekende voorbeelden de AABA-vorm zijn Deck the Halls of Over the Rainbow van Judy Garland. Maar ook The Beatles waren fan, zo is Something een typische AABA compositie.

Hier zijn nog wat meer voorbeelden:

Willie Nelson – Crazy

Buddy Holly – That’ll Be the Day

The Beach Boys – Surfer Girl

The Shirelles – Will You Love Me Tomorrow

Billy Joel – Just the Way You Are

 

AAA

De AAA-vorm, ook wel strofisch genoemd, is een vorm waarbij de harmonie en melodie constant herhaald worden maar de liedtekst steeds verandert. Vaak wordt er op het eind van elk segment enkel een klein stuk tekst kort herhaald. Historisch gezien is dit een van de oudste vormen en wordt dit ook veel toegepast in de poëzie. Het is daarom ook niet verassend dat het erg populair was in de folk muziek van de jaren ’60. De laatste jaren wint het daarentegen weer aan populariteit in de rap muziek.

Voorbeelden:

Bob Dylan – Blowin’ in the Wind

The House of the Rising Sun

Johnny Cash – I Walk the Line

Simon and Garfunkel – Bridge Over Troubled Water

Jay-Z – 99 problems

12-bar blues

Met altijd in een vast schema van 12 maten en meestal bestaande uit slechts drie akkoorden, is de 12-bar blues een echte klassieker. Uiteraard veelvuldig terug te horen in de bluesmuziek, maar ook veel gebruikt in rock en punk muziek. De 12-bar blues is ook handig tijdens jamsessies, je hoeft namelijk alleen de toonsoort met elkaar af te spreken en gaan met die banaan. Harmonisch gezien wisselen de eerste trap, vierde trap en vijfde trap elkaar af in drie blokken van elk vier maten. Dus stel je zitin de toonsoort G, dan zijn de andere twee akkoorden C en D. Als je dit in een schema zet, ziet het er ongeveer zo uit:
I – I – I – I

IV – IV – I – I

V – IV – I – V

Of
G – G – G – G

C – C – G – G

D – C – G – D
Enkele voorbeelden van de 12-bar blues:
The Beatles – For You Blue

Chuck Berry – Johnny B. Goode

Little Richard – Tutti Frutti

James Brown – I Got You (I Feel Good)

U2 – Still Haven’t Found What I’m Lookin’ For
4/4 maat
Hoewel geen muzikale vorm maar een ritmisch aspect, is de vierkwartsmaat verreweg de meest gebruikte maatsoort binnen de popmuziek. Als iemand daar toch het patent op zou hebben, dan zou deze persoon nu stinkend rijk zijn. Het is opmerkelijk dat de vierkwartsmaat zo oververtegenwoordigd is in de popmuziek aangezien in klassieke muziek of jazz niet perse één dominante maatsoort bestaat. Gelukkig bestaan er genoeg voorbeelden van popnummers die wel gebruik maken van een andere maatsoort.

Voorbeelden van nummers in ‘vreemde’ maatsoorten:

Seal – Kiss (5/4)

OutKast – Hey Ya! (11/4)

Tears for Fears – Everybody Wants to Rule the World (12/8)

Pink Floyd – Money (7/4)

Radiohead – Everything in Its Right Place (10/8)

De volgende keer als je een nummer gaat componeren, weet je nu waar je zoal op kunt letten. Maar vergeet niet, het gaat natuurlijk niet om de vorm, maar om de inhoud.